Inzet van een transferhulpmiddel is vereist als de zorgvrager een transfer niet meer zelfstandig kan uitvoeren of het uitvoeren van de transfer fysiek te belastend is voor de zorgverlener. Ook wanneer transfers onveilig of oncomfortabel zijn voor de zorgvrager kan inzet van een hulpmiddel voordelen bieden. Bepaalde hulpmiddelen stimuleren, behouden en verbeteren de zelfstandigheid en mobiliteit van de zorgvrager. De keuze van het beste hulpmiddel hangt onder meer af van de mogelijkheden van de zorgvrager en de mate van fysieke belasting voor de zorgverlener. Wij adviseren u hierover graag.

Met een passieve lift kan de zorgverlener een cliënt in de passieve mobiliteitsklasse verplaatsen tussen bijvoorbeeld bed, douche, stoel en rolstoel, zonder fysieke overbelasting van de zorgverlener. De lift voert de tilbeweging motorisch uit, de zorgverlener bedient deze met een afstandsbediening. Het onderstel is voorzien van wielen om transfers over grotere afstand mogelijk te maken of de tillift na gebruik eenvoudig te kunnen opruimen. Ook een plafondlift valt onder de passieve liften. De rijdt niet over de vloer maar is te verplaatsen via een rail aan het plafond.

Een passieve lift tilt de zorgvrager met ondersteuning door middel van een tilband. De juiste maat van de tilband is afhankelijk van de lichaamslengte en het postuur van de zorgvrager. Daarnaast zijn de wensen en eisen betreffende het type tilband en het materiaal afhankelijk van de concrete situatie en het gebruik in de praktijk.

Een lage transfer is een transfer van zitten naar zitten, bijvoorbeeld van bedrand naar rolstoel. Hierbij komt de zorgvrager slechts een klein stukje omhoog vanaf de zitting of het matras en maakt vervolgens een draai. Dit kan met of zonder hulp van een zorgverlener of een hulpmiddel zoals een transferplank of draaischijf.